Energietransitie

Eén van de allergrootste opgaven voor ons land is de energietransitie die voortvloeit uit het Akkoord van Parijs om de gevolgen van klimaatverandering beheersbaar te maken. Deze opgave heeft grote ruimtelijke gevolgen maar zal ook onze manier van produceren, werken en leven sterk beïnvloeden. Vanwege de landschappelijke kwetsbaarheid zal dat voor het Groene Hart in versterkte mate het geval zijn. Het Groene Hart zal ten volle moeten meedoen met deze energietransitie door er een eigen, passende invulling aan te geven. De energietransitie is bij uitstek een onderwerp waar gezamenlijk moet worden opgetrokken, om er aansluitend een gemeentelijke ‘vertaling’ van te maken.
(zie ook Handreiking aan gemeenteraadsleden).

De Stichting Groene Hart is van mening dat er zeer zorgvuldig omgegaan moet worden met zonneweides. Op daken van woningen en bedrijven is voorlopig genoeg ruimte aanwezig om met zonnecollectoren een belangrijke bijdrage te leveren aan de gewenste energietransitie in ons land. Om tot een verantwoorde afweging rond zonneweiden te komen, kunt u de stappen, zoals ontwikkeld door het College van rijksadviseurs, heel goed gebruiken.
Ook de notitie van Paul Roncken, Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit in Utrecht, biedt hiervoor handvatten (zie ARK Advies Zonneweiden pdf, november 2017).

Energietransitie vergt overheidssturing

In de 19e eeuw werd door particuliere bedrijven stap voor stap een spoorwegnetwerk opgezet in Nederland. Dat bleek niet verstandig. Lijnen sloten niet goed op elkaar aan. Er moest onderhandeld worden met grondeigenaren, wat leidde tot onderbenutte stations. Alle spoorwegen werden alsnog ondergebracht in één nationale maatschappij. De fouten van 150 jaar geleden (bv.  Station Hofplein, 2 hoofdstations in Den Haag) laten zich tot op de dag van vandaag gelden.
Met de opkomst van de auto pakte men het anders aan. In 1930 lag er een kaart met alle toekomstige autowegen klaar. Alle bestaande autowegen passen binnen die kaart. Vrijwel alle geplande wegen zijn inmiddels gerealiseerd. Bij de planning paste ook een pakket aan instrumenten, zoals onteigening van benodigde grond.
Voor de energie is in de 21e eeuw weer gekozen voor de aanpak van de 19e eeuw. Ieder huis 0 op de meter en de bewoner kiest zelf hoe. Het heeft iets van “ieder bouwt zijn huis op een eigen terp”, in plaats van een dijkenstelsel.
Inderdaad een netwerk plannen is veel effectiever en rendabeler dus goedkoper. Vrijwel alle energie vereist namelijk grote investeringen. Investeringen in opslag van energie, in aanleg van nieuwe netwerken. Het vergt dus samenwerking en afstemming in plaats en tijd. Planning en sturing maken het mogelijk in elke situatie te zoeken naar de meest optimale keuze. Optimaal in de zin van energierendement en optimaal in de zin van de goede afweging van verschillende maatschappelijke belangen.

Lees verder: windturbines zijderveld en Klimaat versus Natuur

 

Aquathermie

Volgens de Stichting Groene Hart beperkt de discussie zich op dit moment te vaak tot windmolens en zonnepanelen. Er is veel meer mogelijk (bv. aquathermie) en het is dringend gewenst om het gesprek te verbreden. De discussie over ruimtelijke inpassing van bronnen van wind-, water- en (PV)zonne-energie kan alleen goed gevoerd worden als inzicht in een bredere lange termijn aanpak bestaat.
De vele grote wateroppervlakken in het Groene Hart kunnen als warmtebron worden benut als alternatief voor het huidige gasverbruik. Veelal zijn het burgerinitiatieven, zoals bij de Braassemmermeer en de Klinkenbergerplas, die hebben geleid tot concrete plannen. Het zou goed zijn als samenwerkende gemeenten in het Groene Hart de kans grijpen om te investeren in de verdere ontwikkeling in deze op zich veel belovende technieken.

Zie voor verdere documentatie de Kwaliteitsatlas-Thema-Energietransitie