Reactie van SGH op rapporten U10 en U16

      Reacties uitgeschakeld voor Reactie van SGH op rapporten U10 en U16

Reactie op de rapporten U10 en U16 betreffende woningbouwlocaties, energieanalyse, ruimtelijke vertaling werklocaties.

In de afgelopen maanden is in de verschillende gemeenten van de provincie Utrecht gesproken over de ruimtelijke verdeling van de berekende woningbouwopgave en benodigde nieuwe werklocaties en een ruimtelijke invulling van de transitie van de energiebehoefte binnen de provincie Utrecht.

In die analyse wordt nergens verwezen naar de landschappelijke waarden van de gemeenten in het Groene Hart. Dat ervaart de Stichting Groen Hart als een gemis.

Het Groene Hart is een gebied met een onderscheidende ruimtelijke kwaliteit: een open veenweidelandschap, rijkelijk dooraderd met water, met een typische vegetatie en veel  weidevogels, dat voor 2/3 in agrarisch gebruik is. Het is ook een gebied met een typisch economisch profiel waarin behalve de agrarische sector het midden- en kleinbedrijf sterk is vertegenwoordigd. Het Groene Hart heeft een eigen historie, die begint met de ontginning van het veen in de 12e eeuw. En de kwaliteit die misschien wel het meeste bijdraagt aan de betekenis van het Groene Hart is de ligging: te midden van Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Delft, Den Haag en Leiden. Het Groene Hart is het hart van de Randstad, waar ruim 7 miljoen mensen wonen en werken.

Het beleidsconcept van het Groene Hart staat al zes decennia overeind, sinds de introductie in 1958 in de nota Westen des Lands. De diversiteit in verschijningsvorm (veenweiden of veenplassen) en ligging (direct tegen de steden of wat verder weg) maakt het vaak lastig om de betekenis van het geheel van het Groene Hart te ervaren en voor het geheel én voor elk van de delen te vertalen in dagelijks handelen.

Maar, voor het Groene Hart geldt letterlijk dat het geheel meer is dan de som der delen. Bij ontbreken van inzicht in de betekenis ervan, is verlies van waarden een reëel vooruitzicht en dreigt versnippering en suboptimaal gebruik van het Groene Hart.

Op het terrein van ruimtelijke ordening is al geruime tijd sprake van het verleggen van de verantwoordelijkheden op provinciaal en vooral gemeentelijk niveau. Er lijkt echter sprake van een herleefde interesse bij Kabinet en Kamer; in het huidige regeerakkoord valt te lezen: ‘Het beschermen van belangrijke open ruimtes zoals het Groene Hart, blijft een belangrijk onderdeel van het nationaal ruimtelijk beleid.’ Ook in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) kan het Groene Hart een rol gaan spelen.

Het behoud van de ruimtelijke kwaliteit, het versterken van de economische vitaliteit en het versterken van de relatie tussen Groene Hart en omliggende steden, vragen nadrukkelijk om een toekomstvisie die gedeeld wordt door inwoners, ondernemers en overheden. Zo’n gedeelde visie moet ook voortdurend worden gevoed door kennis, inzichten en debat van betrokkenen en deskundigen. Het moet inspiratie, energie en handelingsperspectief bieden en moet ook een toetssteen zijn voor regelgeving en beleid van de betrokken overheden.

We reiken u graag zeven stappen aan, die helpen om zeker te stellen dat op een goede manier aandacht wordt besteed aan de kernkwaliteiten, zoals deze zich bij u voordoen. Zo draagt uw regio bij aan behoud en ontwikkeling van de kernkwaliteiten van het Groene Hart.

  1. Breng in beeld wat uw regio aan kernkwaliteiten van het Groene Hart herbergt.
    Er is veel informatie te vinden over het Groene Hart bij instellingen als Planbureau voor de Leefomgeving, Rijksdienst Cultureel Erfgoed, provincies en wetenschappelijke instellingen. Deze gegevens vragen vrijwel zeker om een toespitsing in uw provincie /waterschap om lokaal politiek oordeel.
  2. Ga bij voorgenomen ontwikkelingen of bij relevante vraagstukken na of deze kernkwaliteiten erdoor worden beïnvloed, positief of negatief.
    Bij de beschrijving van de kernkwaliteiten past het aangeven van de kenmerken die daarvoor bepalend zijn. Zo’n overzicht kan worden gebruikt om na te gaan of sprake is van beïnvloeding.
  3. Stel vast welk regionaal niveau passend is om de kernkwaliteiten van het Groene Hart tot hun recht te laten komen in de afweging en druk vanuit omliggende gebieden. Ga serieus na op welk niveau het meest effectief en efficiënt kan worden gewerkt.
  4. In geval van besluitvorming op een andere schaal dan wel een ander bestuursniveau: zet stappen om het gesprek aan te gaan/vraag de ander om besluiten te nemen.
    Er zijn veel formele samenwerkingsverbanden die benut kunnen worden voor dergelijke gesprekken. Stel wel zeker dat de juiste politieke context bestaat, tref anders een specifieke voorziening.
  5. Inventariseer de beschikbare kennis over relevante onderwerpen en verzamel de bestaande beleidsinzichten van andere overheidsorganen en hun ervaringen ermee
    Vaak is het wiel al door iemand anders uitgevonden. Gebruik van bestaande kennis en ervaringen voorkomt het maken van dubbele kosten en vergemakkelijkt de eigen besluitvorming.
  6. Gebruik instrumenten zoals afwegingsladders.
    Er bestaan veel handige hulpmiddelen om de besluitvorming helder en eenvoudig te maken, zoals we aangeven bij woningbouw en energietransitie. Gebruik deze.
  7. Toets of de door u gekozen aanpak wordt herkend door andere gemeenten en regio’s op Groene Hart-niveau. Als u tot bepaalde inzichten en keuzen bent gekomen, ga dan na of deze worden herkend door andere betrokkenen. Dat past uit oogpunt van goed nabuurschap maar zal vaak alsnog leiden tot verrijking van de eigen opvattingen.

Deze zeven stappen zijn allemaal te zetten binnen het politieke domein waarin gemeenteraden aan zet zijn. Maar het hoeft geen betoog dat in het hele proces cruciaal is om belanghebbenden (inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties) vanaf het begin intensief te betrekken. 

Bestuur Stichting Groene Hart,

 

 

 

 

L.E. van der Sar, secretaris