De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, Rli, heeft in september vorig jaar een prima advies uitgebracht over de problematiek rond bodemdaling met als titel “STOP BODEMDALING IN VEENWEIDEGEBIEDEN: HET GROENE HART ALS VOORBEELD”.
In het rapport analyseert de Raad de situatie grondig en doet aanbevelingen voor de te stellen beleidsdoelen. Ze besteedt bijzondere aandacht aan het mogelijk maken van de omslag door de veehouders in het Groene Hart door gerichte financiering en gebiedsgerichte instrumenten. Het rapport kunt u lezen op Stop bodemdaling in veenweidegebieden: Het Groene Hart als voorbeeld | Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (rli.nl).
Onlangs is de kabinetsreactie op het advies aan de Tweede Kamer gestuurd. Die reactie begint bemoedigend: ‘Het kabinet omarmt het advies van de Raad…’. Vervolgens heeft men vier pagina’s nodig om te omschrijven dat men met de hoofdaanbevelingen van de Rli niets wil doen. Het is een lange opsomming van lopende processen en deelactiviteiten, waarbij de suggestie wordt gewekt dat de optelsom voldoende zal zijn om het voor het Groene Hart cruciale vraagstuk van bodemdaling, waterhuishouding en landgebruik duurzaam aan te pakken. Het kabinet laat daarmee een grote kans liggen.
Het is overduidelijk dat hiermee het creëren van houdbare lange termijnperspectieven voor het Groene Hart op de lange baan wordt geschoven. Dan hoeft er niet te worden gekozen en kunnen we rustig doorgaan met kleinschalige maatregelen die de bodemdaling een beetje remmen. Dat is een ontkenning van de ernst van de problematiek. Het is ook een schoffering van boeren die vragen om perspectieven die ook na 2030 overeind staan en waar hun bedrijfsontwikkeling en investering op kan worden gebaseerd. Dan wel een keuze voor verantwoorde ombouw of beëindiging van hun bedrijf.
Het kabinet had het Rli-advies moeten aangrijpen om juist nu er nog wat te kiezen valt het lange termijnperspectief centraal te stellen. De handvatten zijn in het advies te vinden. En de PARK’s (de drie provinciale adviseurs ruimtelijke kwaliteit) hebben in hun advies ‘Pleidooi voor het Groene Hart’ over nieuwe combinaties van bodem, water en landgebruik ook veel bouwstenen geleverd. Dit is te lezen op Ontwerpend Onderzoek Bodem, Water en Landgebruik | Bestuurlijk platform Groene Hart
Ik hoop van harte dat het advies alsnog via de formatietafel en het nieuwe regeerakkoord wordt omgezet in politieke keuzen en beleid.
Ik hou hier nogmaals een pleidooi voor een aanpak, die gestoeld is op het gedachtegoed van de Deltacommissie over de zeespiegelstijging. Ook voor de bodemdaling in het Groene Hart geldt: de urgentie is groot en het is nog niet acuut. Nu hebben we nog de ruimte om keuzen te maken. Als we geen goede lange termijnaanpak hebben, zal ons die ruimte ontvallen. Ik citeer Elvis Presley: ‘A little less conversation, a little more action please. A little more bite, a little less bark. Come on, come on.’
Stel een gezamenlijke commissie in, die binnen een jaar met een lange termijnaanpak moet komen.
De betrokken provincies kunnen veel voorwerk doen door zoneringskaarten te maken en een regioprogramma voor het Groene Hart te maken.
Chris Kalden