Checklist natuurwaarden voor zonneparken

      Reacties uitgeschakeld voor Checklist natuurwaarden voor zonneparken

 

Natuur en Milieufederaties presenteert checklist natuurwaarden voor zonneparken

In goed overleg
Het doel van de checklist is dat de betrokken partijen bij een nieuw initiatief in goed overleg bepalen welke natuuraspecten extra of juist minder aandacht behoeven en dat ze afspraken maken over de wijze van vooronderzoek en eventuele realisatie. Dit bespoedigt volgens de NMF’s een zorgvuldige borging van het natuurbelang bij ontwikkeling en exploitatie van projecten, faciliteert procesparticipatie bij projecten en vergroot de kans op acceptatie van nieuwe initiatieven voor grondgebonden zonne-energie.

Andere locaties onderzoeken
Onderdeel van de checklist is om altijd andere mogelijke locaties binnen het zoekgebied te inventariseren die zich vanuit natuurbelang beter lenen voor grondgebonden zonneparken. Men denkt daarbij aan bedrijventerreinen, op of langs infrastructuur, parkeerterreinen en oude vuilstortplaatsen. De eerder dit jaar gepubliceerde handreiking De Constructieve Zonneladder van de NMF’s biedt lokale overheden hiervoor een stappenplan.

2 stadia
In de checklist onderscheidt men 2 stadia in de planvorming:

  1. locatiekeuze binnen een gebied en;
  2. de inrichting van een grondgebonden zonnepark.

Ook maakt men onderscheid tussen aspecten die sterk samenhangen met verplichtingen vanuit wet- en regelgeving, en andere aspecten.

Locatiekeuze
Onder locatiekeuze (locatieniveau) bevat de handreiking de volgende inspanningen – voortvloeiend uit wettelijke verplichting en volgens de NMF’s gangbaar beleid – voor de initiatiefnemer van een zonnepark:

  1. Betrek in het vooronderzoek alle relevante beleidskaders voor natuurgebieden, flora en fauna en andere ecologische waarden, zowel nationaal, provinciaal als gemeentelijk.
  2. Breng de referentiesituatie van het betreffende perceel in kaart, in termen van huidige, planologische en potentiële natuurwaarden.
  3. Onderzoek op basis van de referentiesituatie de mogelijke ecologische impact op het lokale ecosysteem.
  4. Maak in het onderzoek naar de ecologische impact gebruik van actuele, betrouwbare informatie en onderzoeken over de natuurwaarde van het betreffende gebied; zoom hierbij in op relevante soorten, ook qua vegetatie.
  5. Onderzoek de mogelijke effecten op andere soorten, die geen zwaar beschermde status hebben maar die wel typerend of waardevol zijn in het gebied.
  6. Indien bij een zonproject ondanks goede inpassingsmaatregelen negatieve effecten te verwachten zijn op natuurwaarden of soorten, kijk dan naar compensatie als onderdeel van het projectplan.

Inrichtingsniveau
Ook op het inrichtingsniveau heeft een initiatiefnemer volgens de NMF’s nog diverse mogelijkheden om de ecologische impact van het project te verkleinen en extra natuurwaarde te creëren. Men pleit daarbij voor maatregelen op de volgende onderwerpen:

  1. Lichtinval: differentiatie in lichtinval kan leiden tot meer variatie in flora en fauna.
  2. Waterhuishouding: laat voldoende ruimte tussen de zonnepanelen voor een betere verdeling van regenwater. Vervangt het zonnepark agrarische productie, verhoog dan de grondwaterstand als het lokale ecosysteem daarbij gebaat is.
  3. Ruimtebeslag: een minder intensieve inrichting – met ruimte voor natuur – kan op bepaalde locaties kansen bieden om de natuurwaarde van een perceel te verhogen.
  4. Natuurinclusief ontwerp: er zijn tal van mogelijkheden om in en rondom de zonnepanelen extra kansen te bieden aan de natuur. Daarmee zijn nieuwe waardevolle plekken te creëren voor kwetsbare soorten.
Solarmagazine,  Edwin van Gastel,
                               ——————————————————————–

Consortium houdt pleidooi voor drijvende zonneparken
Het nationaal consortium Zon op Water, waarin bedrijven, Rijkswaterstaat, 35 gemeenten en kennisinstellingen zoals TNO participeren, houden een pleidooi om massaal zonnepanelen op Nederlandse wateren te leggen. Daarbij denken ze met name aan zandwinplassen. Aan drijvende zonnepanelen zit een groot voordeel, aldus het consortium. Ze leggen geen beslag op landbouwgrond en kunnen meedraaien met de zon, wat de opbrengst tot 30% kan vergroten. Op termijn zijn er ook mogelijkheden voor de aanleg van zonneparken op zee.

Natuurorganisaties reageren terughoudend op de plannen voor drijvende zonneparken. De Vogelbescherming maakt zich zorgen over mogelijke schade voor dier en natuur. Er is nog weinig bekend over de effecten van zonnepanelen die grote stukken water afdekken. Mogelijk neemt de waterkwaliteit af, als gevolg van verminderde zoninval. Dat kan vissterfte veroorzaken, waar vogelpopulaties ook onder kunnen lijden.

Ook Natuurmonumenten vreest voor schadelijke effecten. De organisatie is in ieder geval tegenstander van zonneparken bij waardevolle natuur, zoals Natura 2000-gebieden. De organisatie ziet lever dat eerst de ruimte op daken zo veel mogelijk wordt benut voor zonnepanelen. Daar is nog ruimte voor 145 miljoen panelen, becijferde Natuur&Milieu in 2017. Daarmee kan Nederland tot 40% van de stroom groen opwekken.

.