Vanwege de Coronacrisis is er veel discussie over het hernieuwd besef van de rol van de overheid in onze samenleving. De relevantie zou maar weer eens zijn aangetoond; niet alleen bij de aanpak van de uitbraak maar ook bij de economische en sociaal-culturele gevolgen ervan. Voor mij was die relevantie daarvoor al duidelijk, als diezelfde overheid maar zijn beperkingen goed kent en vanuit een consistente visie op de verhouding samenleving-overheid opereert.
Eén van vanzelfsprekende rollen van de overheid is het geven van weloverwogen sturing bij ontwikkelingen die velen raken en die vaak met verdeling van schaarsten te maken hebben. Denkt u aan schoon water en rijke natuur; ook ruimtelijke ontwikkelingen horen daarbij. Wat we doen in ons landschap heeft direct te maken met de kwaliteit van onze leefomgeving en met de kwaliteit van ons leven. In mijn ogen laten de rijksoverheid en de provinciale overheden op dat vlak nu veel te veel lopen en zijn ze goeddeels afwezig.
Het goedbedoelde initiatief om inhoud te geven aan de energietransitie in Vinkeveen triggerde me weer eens op dit punt. Men wil zes hectaren zonnepanelen aanleggen in een kwetsbaar stukje van de Vinkeveense plassen. Hoe komt men op zo’n onzalig idee? Heel eenvoudig: omdat noch de gemeente, noch de provincie, noch het rijk heldere sturing geeft aan de energietransitie voor wat betreft de ruimtelijke kant. Ik misbruik Vinkeveen nu beetje voor een veel breder punt. Er is schreeuwende behoefte aan een gidsende en sturende rol van de overheid bij ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen als de invulling van de woningbehoefte, de energietransitie, de verandering van grondgebruik in de landbouw, et cetera. Geef ruimte om lokaal te handelen, maar bepaal toch vooral het speelveld. En stel wat spelregels.
Ik heb hoop dat de Nationale Omgevingsvisie, met de aanwijzing van het Groene Hart als NOVI-gebied, het startpunt zal zijn van een verantwoorde invulling van de noodzakelijke sturende rol van de overheid. Ook in een logisch samenhangende trits van landelijk, regionaal en lokaal.
Chris Kalden