De provincie Utrecht stelt een half miljoen euro subsidie beschikbaar voor agrarische collectieven om, in samenwerking met gemeenten, het landschap in het buitengebied mooier te maken met nieuwe kleine landschapselementen. Onder andere poelen, lanen, knotwilgen, houtwallen en bosjes geven het landschap karakter en zijn belangrijk voor de biodiversiteit.
De afgelopen twee jaar is in een pilot geëxperimenteerd met de aanleg van kleine landschapselementen in de gemeenten Soest, De Bilt, Leusden en Stichtse Vecht en binnen twee agrarische collectieven: Rijn, Vecht en Venen en Utrecht Oost. De provincie Utrecht stelde twee ton subsidie beschikbaar om grondeigenaren te stimuleren kleine landschapselementen aan te leggen en te herstellen. Via het platform krijgen grondeigenaren hulp bij het ontwerp en de aanleg of het herstel van nieuwe elementen. Het resultaat is een mooier en biodiverser landschap. Ook de gemeenten doen actief mee in het platform: zij realiseren vooral nieuwe elementen op erven en gemeentelijke gronden.
De pilot loopt nog tot 1 juni 2019 en is tot nu toe succesvol. Er zijn ruim 20 poelen aangelegd of hersteld en 220 laanbomen en 330 knotbomen aangeplant. Verder zijn er heggen en hagen, elzensingels en struwelen, houtsingels en houtwallen en natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. De agrarische collectieven en gemeenten zorgen ervoor dat de landschapselementen goed passen in hun eigen gebied.
Kleine landschapselementen zorgen voor een mooier landschap, dat aantrekkelijk is voor de mensen die er wonen en recreëren. Belangrijk is ook de rol van kleine landschapselementen voor de biodiversiteit. Poelen herbergen kikkers, padden en salamanders. Kleine bosjes en houtwallen bieden beschutting aan zangvogels en luwte aan libellen en vlinders. Lanen zijn van belang als verbindingsroute voor vleermuizen. In natuurvriendelijke slootkanten wemelt het van opgroeiende visjes en vinden weidevogels voedsel en schuilplekken.