Esther van den Bor
Waar zijn ze?
In 2017 al concludeerde een Duits onderzoeksteam dat de vliegende insectenbiomassa (het gewicht van alle vliegende insecten samen) in 27 jaar tijd met ruim 75 procent was afgenomen. Organisaties zoals de Vlinderstichting, natuurkenners en onderzoekers uiten hun zorgen nu nog nadrukkelijker. Dit voorjaar zijn nog minder vlinders, bijen en hommels geteld dan vorige jaren; 25 tot 50% minder dan in 2022. Zorgelijk, want veel voedingsgewassen worden bestoven door insecten en in het algemeen is biodiversiteit afhankelijk van de bestuiving door deze insecten.
Ik merk het gemis aan uitbundig insectenleven op in mijn tuin, zo weinig verschillende vlinders en rupsen, maar ook wilde bijen en libellen zie ik amper. Op langere autoritten blijft mijn voorruit akelig schoon. De verklaring ligt in een groot aantal factoren. De droge zomer van vorig jaar gevolgd door het natte en vooral koude voorjaar heeft veel populaties sterk doen afnemen. Al langer gaande zijn de afname van bloeiende planten, landbouwgiffen, klimaatverandering, habitatvernietiging (bijvoorbeeld door de aanleg van wegen, woningen en bedrijventerreinen) en mogelijk lichtvervuiling.
Wat kunnen we doen?
Help de Europese wetgeving de Natuurherstelwet geaccepteerd te worden! Zelf kun je een aantal maatregelen nemen. Zoals meedoen met de Campagne voor nationale flora. Iedere provincie krijgt een iconische plant als symbool in deze campagne. Nodig, want de inheemse planten worden omgeven door een hele hofhouding van soms wel duizend soorten schimmels, insecten en bodemdieren. In dat ecosysteem zijn ze met elkaar verbonden en wanneer een plantensoort verdwijnt kan dat het einde betekenen voor meerdere insectensoorten.
Neem actie in je eigen omgeving:
a. Gebruik geen bestrijdingsmiddelen, met name neonicotinoïden
b. Geef wilde bijen een plek om te nestelen in een rommelige tuin of in een bijenhotel
c. Plant inheemse bloemen die in verschillende seizoenen bloeien en
d. Zet een bak water neer bij aanhoudende droogte.